OpenAI en Google waarschuwen VS voor strenge auteursrechtwetten
OpenAI en Google hebben de Amerikaanse regering gewaarschuwd dat te strenge auteursrechtwetten de ontwikkeling van AI kunnen belemmeren en China een voorsprong kunnen geven. Dit blijkt uit hun reacties op het nieuwe AI Action Plan van de Amerikaanse overheid.
In het kader van het Amerikaanse AI Action Plan, gericht op het behouden van de wereldwijde leiderspositie in kunstmatige intelligentie, hebben twee grote technologiebedrijven hun zorgen geuit over mogelijke beperkingen door auteursrechtwetgeving. OpenAI en Google waarschuwen dat te strenge regels de innovatie kunnen schaden en China een oneerlijk voordeel kunnen geven.
OpenAI benadrukt dat AI modellen moeten kunnen leren van auteursrechtelijk beschermd materiaal onder het principe van fair use om de Amerikaanse voorsprong te behouden. Het bedrijf stelt dat hun AI systemen geen beschermde werken kopiëren, maar patronen en taalstructuren analyseren om nieuwe, originele content te genereren. Dit past volgens hen binnen de bestaande Amerikaanse wetgeving voor fair use.
Een belangrijk punt van zorg is dat China, waar auteursrechten minder streng worden gehandhaafd, een voorsprong zou kunnen krijgen als Amerikaanse bedrijven worden beperkt in hun toegang tot trainingsdata. OpenAI wijst naar de Europese Unie als waarschuwend voorbeeld, waar een opt-out systeem voor tekst- en datamining de AI ontwikkeling al belemmert door onvoorspelbare toegang tot data.
Google sluit zich aan bij deze zorgen maar legt meer nadruk op het belang van een voorspelbaar en evenwichtig auteursrechtkader. Het bedrijf waarschuwt dat ingewikkelde wetgeving, vooral systemen waarbij rechthebbenden kunnen opt-outen, juridische onzekerheid creëert. Ook maakt Google zich zorgen over de toegang tot wetenschappelijke literatuur voor AI training, wat cruciaal is voor medische en wetenschappelijke doorbraken.
Beide bedrijven doen concrete beleidsaanbevelingen aan de Amerikaanse regering. Ze pleiten ervoor dat AI training beschermd blijft onder fair use principes en dat Washington zich actief verzet tegen internationale auteursrechtwetten die de Amerikaanse concurrentiepositie kunnen ondermijnen. Ook roepen ze op tot het beschikbaar stellen van meer overheidsdata aan AI ontwikkelaars.
Google waarschuwt specifiek voor het toenemende aantal AI gerelateerde patenten dat aan buitenlandse bedrijven wordt toegekend, met name aan Chinese ondernemingen. Ze pleiten voor strenger toezicht op AI patenten om te voorkomen dat buitenlandse bedrijven het Amerikaanse patentsysteem gebruiken om binnenlandse innovatie te blokkeren.
De inzet is hoog: als Amerikaanse bedrijven worden beperkt door strenge auteursrechten terwijl China vrij spel heeft, kan Amerika zijn technologische voorsprong verliezen. Er bestaat ook een risico dat AI bedrijven zich elders vestigen, wat het Amerikaanse AI ecosysteem zou verzwakken. Beide bedrijven dringen er bij de regering op aan om het internationale auteursrechtbeleid zo vorm te geven dat Amerikaanse AI bedrijven competitief kunnen blijven.
De boodschap van OpenAI en Google is helder: als auteursrechtwetten te restrictief worden, zal de AI innovatie in de Verenigde Staten vertragen en kan China de leiding nemen. Ze pleiten voor een innovatievriendelijk auteursrechtkader dat de mogelijkheid van AI om te leren van beschermde content beschermt, terwijl ook de rechten van makers worden gerespecteerd. Hun standpunt onderstreept dat AI niet alleen een technologische kwestie is, maar ook gaat over economisch leiderschap, nationale veiligheid en Amerika's positie in de toekomst van kunstmatige intelligentie.
